Nieuws
Hoe efficiënt ventileren en verluchten op school?
Scholen moeten zo veel als mogelijk de lucht in hun klaslokalen verversen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Maar hoe pak je dit aan in de stad of in een omgeving met veel verkeer? Onze pilootscholen onderzochten het.
Ook in de stad zijn ventileren en verluchten een must
Ook als de buitenlucht van minder goede kwaliteit is, zijn ventileren en verluchten op school van groot belang. Dat is niet enkel omwille van het coronavirus, maar ook om andere schadelijke stoffen uit de binnenlucht af te voeren. Binnen bevinden zich namelijk heel wat bronnen van verontreiniging zoals verf, lijmen, meubels, knutselmateriaal, poetsmiddelen of printers. Wanneer je helemaal niet verlucht of ventileert zou de kwaliteit van de lucht in de klas vaak al snel slechter zijn dan de buitenlucht.
Het verversen van de binnenlucht zorgt er ook voor dat de CO2 die we uitademen, wordt afgevoerd en dat verse zuurstofrijke lucht wordt aangevoerd. Te hoge CO2-concentraties leiden tot een verlies aan concentratie, slaperigheid en zelfs hoofdpijn. Dat is uiteraard niet bevorderlijk voor het leerklimaat en het welzijn in de klas.
Verluchten versus ventileren?
Ventileren doe je 24 uur op 24 uur via een ventilatiesysteem, via verluchtingsroosters, of door ramen op een kleine kier of kiep te zetten. Oudere (school)gebouwen hebben meestal kieren en spleten waardoor natuurlijke ventilatie gebeurt.
Verluchten doe je door ramen of een buitendeur gedurende een korte tijd wijd open te zetten. Dit gebeurt meestal bij activiteiten waarbij vocht of schadelijke stoffen vrijkomen, zoals poetsen, koken, knutselen of douchen. In klaslokalen gebeurt dit meestal tijdens de speeltijd of de lunchpauze.
Informatie over verluchten en ventileren op school tijdens Corona vind je op de websites van het Agentschap Zorg en Gezondheid en het Departement Onderwijs van de Vlaamse overheid.
Ventileren en verluchten in een omgeving met een minder goede buitenluchtkwaliteit
Ook in de buitenlucht komen verontreinigende stoffen voor zoals fijnstof, stikstofdioxide
of roet. Deze hebben een negatieve impact op de gezondheid. Is de buitenlucht van minder goede kwaliteit? Onderstaande tips helpen om de lucht op school voldoende te verversen en tegelijkertijd schadelijke stoffen uit de buitenlucht zo veel mogelijk buiten te houden. Bovendien beperk je zo ook de geluidsoverlast in de klas.
- Verlucht de klaslokalen indien mogelijk zoveel mogelijk aan de verkeersluwe zijden, zoals de speelplaats of een rustige straat.
- Is er een mechanisch ventilatiesysteem, zorg dan dat de plaats waar de lucht wordt aangezogen, zich aan een verkeersluwe zijde van de school bevindt.
- Verlucht de klassen zo veel als mogelijk buiten de spitsuren.
- Wordt er in de buurt van de school veel hout (of kolen) gestookt, probeer dan zoveel mogelijk te verluchten wanneer je buren hun kachel of open haard niet hebben aangestoken.
Een moeilijk evenwicht
Uit de proefprojecten Zuivere Lucht blijkt dat correct ventileren en verluchten een moeilijke evenwichtsoefening is. ‘Wat als we onze klaslokalen enkel ventileren en verluchten langs de verkeersluwe zijden en enkel buiten de spitsuren? Wordt de lucht in de lokalen dan voldoende ververst?’ Dat is één van de vragen die we dit najaar verder zullen onderzoeken.
Uit metingen voor het project Zuivere Lucht in basisschool De Spiegel blijkt bijvoorbeeld dat de aanwezigheid van stikstofdioxide – een stof die vooral wordt uitgestoten door verkeer – in de klaslokalen telkens veel lager was dan buiten op straat. Juf Kim: “Goed nieuws. Maar de vraag is nu of deze lagere stikstofdioxideconcentraties misschien wel het gevolg zijn van te weinig ventileren en verluchten, waardoor de buitenlucht moeilijker onze klassen binnenkomt. Nochtans hebben we wel het gevoel dat we op school onze ramen en deuren zo veel mogelijk open zetten, ook in de winter of als het regent.”
Tegelijkertijd weten we uit metingen zowel binnen het project Zuivere Lucht als daarbuiten, dat de CO2-concentraties in klaslokalen vaak pieken vertonen die veel hoger liggen dan de richtwaarde van ca. 900 deeltjes per miljoen (ppm). Dit gebeurt vooral in klassen waar veel leerlingen dicht bij elkaar zitten en naar het einde van de les toe. Leerkracht Fenna van het Stedelijk Lyceum Quellin: “Bij ons op school hebben we echt een openramen- en opendeurenbeleid. Uit onze metingen leerden we dat in de meeste klaslokalen de CO2-pieken niet hoger gingen dan 1100 of 1200 ppm. Dat is zeker aanvaardbaar. De richtwaarde van 900 ppm halen we ondanks onze open ramen en deuren echter niet altijd.”
Vanuit de proefprojecten geven we alvast twee tips mee: gebruik indien mogelijk een CO2-meter als hulpmiddel, en betrek leerkrachten en leerlingen bij het verluchtingsbeleid van de school.
CO2-meter als hulpmiddel
Een CO2-meter kan een handig hulpmiddel zijn bij het uitwerken van een ventilatie- en verluchtingsbeleid op school. De hoeveelheid CO2 in de lucht is namelijk een goede maat voor de luchtverversing in de klas, en is bovendien erg gemakkelijk te meten. Een CO2-meter kan dus helpen om te bepalen of het volstaat om enkel langs de verkeersluwe zijde de ramen open te zetten.
Op de website van het Agentschap Zorg en Gezondheid vind je heel wat nuttige informatie over het gebruik van CO2– meters in de klas. Zij adviseren scholen onder meer om indien mogelijk twee drempelwaarden in te stellen op hun CO2– meter. Een waarbij het indicatorlampje van de meter van groen naar oranje gaat bij 900 ppm, en een waarbij het lampje van oranje naar rood gaat bij 1500 ppm. Oranje geeft aan dat je moet begint te ventileren of verluchten, rood is vooral een indicatie voor scholen met een mechanisch ventilatiesysteem dat dit niet goed is afgestemd. Gaat je meter in het oranje, dan kan je verschillende maatregelen nemen:
- Zet ramen en deuren verder open of zet meer ramen en deuren open. Verlucht in de eerste plaats langs de verkeersluwe zijden, als het niet anders kan ook aan de verkeersdrukke zijde.
- Ga eens naar buiten om les te geven. Dat zorgt voor een fris hoofd bij leerkrachten en leerlingen en zorgt ervoor dat je in tussentijd je lokaal maximaal kan verluchten. Op de website van MOS (milieu op school) vind je een praktijkboek Elke dag buitenlesdag, en kan je je inschrijven om tips te ontvangen over buiten les geven (buitenkansen).
- Blijft de CO2-concentratie vaak te hoog, bekijk dan of je het aantal leerlingen in de klas kan verminderen.
- Als de klas mechanisch wordt geventileerd, is er vermoedelijk een probleem met het ventilatiesysteem. Misschien zijn de roosters of filters niet meer schoon of is het systeem niet goed afgesteld. Bij twijfel, contacteer je best de onderhoudsfirma.
- Laat je zeker niet ontmoedigen. Goed verluchten en ventileren is een proces met vallen en opstaan. Er bewust mee bezig zijn is een belangrijke eerste stap.
Het is niet nodig om permanent een CO2-meter in de klas te hebben. Na enkele dagen zal je al een goed beeld hebben over hoe je de lucht in je lokaal best ververst. Zorg wel dat je CO2-metingen doet bij verschillende weersomstandigheden, windrichtingen en windsnelheden, want deze hebben een invloed op de luchtverversing en de luchtkwaliteit.
Heb je zelf geen CO2-meter op school? Dan kan je er een ontlenen bij MOS of bij Logo.
Leerkrachten en leerlingen betrekken
Een ventilatie- en verluchtingsbeleid heeft meer kans op slagen als leerkrachten, leerlingen, poetspersoneel … betrokken worden. Maak samen afspraken over het openen van ramen en deuren. Betrek leerlingen bij CO2-metingen in de klas, en leg hen uit waarom gezonde lucht zo belangrijk is.
Een aantal laatstejaarsstudenten wetenschappen van het Xaveriuscollege – één van de pilootscholen Zuivere Lucht – deden bijvoorbeeld een verluchtingsexperiment, waarbij zij dezelfde concentratietest afnamen bij leerlingen in verschillende klassen van hetzelfde niveau. Sommige klassen werden goed verlucht tijdens de concentratietest, in andere klassen bleven de ramen en deuren de hele les dicht. “Wat blijkt: in de goed verluchte klassen maakten de leerlingen minder fouten en werkten ze bijna 20 % sneller dan in de niet verluchte lokalen”, vertelt leerkracht Els Verstraete die het experiment begeleidde.
Maar ook in de lagere school kan je op een heel eenvoudige manier samen met leerlingen CO2meten. Zo werden in Het Pieterke sommige klassen geventileerd, in andere bleven de ramen en deuren een tijdje dicht. Het resultaat sprak voor zich: in het vierde leerjaar waar er niet geventileerd werd, ging de CO2-meter even in het rood. Juf Maria van Het Pieterke: “Omdat het resultaat dadelijk zichtbaar is op de meettoestellen, waren de kinderen er echt mee bezig”.
Scholen die samen met de leerlingen aan de slag willen gaan rond ventileren en verluchten, kunnen daarvoor gebruik maken van verschillende lespakketten. Bij Logo kan je Lekker Fris (2de graad lagere school) of Air@School (secundaire school) ontlenen. MOS heeft energiekoffers (zowel lagere als secundaire school) waarmee je samen met je leerlingen kan onderzoeken hoe je op een energiezuinige manier kan ventileren en verluchten. Of misschien vind je wel inspiratie in onze proefprojecten Zuivere Lucht.